Weg met Eddy
Bellegueule van Edouard Louis gaat over een jongeman
die tot de ontdekking komt dat hij homo is, maar, jammer voor hem, in een
armoedig en marginaal milieu in Noord-Frankrijk opgroeit dat hem omwille
daarvan uitspuwt. Heel zijn jeugd is hij het voorwerp van spot, vernedering en
pesterij, en dat gaat zover dat hij er zelf alles aan doet om zijn geaardheid
te verzwijgen, te verdringen en proberen om te keren. Wat natuurlijk niet lukt.
Zijn ouders zijn van het gemeenste soort en tonen geen greintje respect voor
hem. De weg naar aanvaarding en erbij te horen is lang en moeilijk voor jongeren,
maar voor Eddy is het een dramatische lijdensweg.
Ouder en wijzer geworden ruilt hij zijn dorp in voor de stad Amiens,
waar hij toneel studeert. Theater en literatuur zijn voor hem de weg van de
ontsnapping uit het vulgaire, agressieve en met alcohol overgoten milieu
waaruit hij stamt.
Louis schrijft alsof zijn leven ervan afhangt, en dat doet het misschien
ook. Dit soort schrijven is duidelijk een afrekening, maar vooral ook een
genezingsproces. Hij schrikt nergens voor terug, hij beschrijft de dingen zoals
je je kunt inbeelden dat ze werkelijk zijn gebeurd – zelfs al is het misschien
niet altijd zo –: keihard, pijnlijk, kwetsbaar.
Dit is een schitterend debuut dat in Frankrijk in korte tijd een bestseller werd en
dat ook ruimschoots verdient, maar door sommige betrokkenen niet met plezier
werd ontvangen. Wat na lezing heel begrijpelijk is.