De jongen en de hond Seishu Hase
Enkele jaren na de verwoestende tsunami
loopt in Japan crimichauffeur Kazumasa de hond Tamon tegen het lijf. Hij neemt
de zorg voor de zwerfhond op zich en die ontpopt zich algauw tot diens
engelbewaarder. Maar bij een schimmig zaakje moet hij op de loop voor een
knokploeg en knalt met z’n auto tegen de muur. Waarna de hond van eigenaar
wisselt. Zo komt hij afwisselend bij de kleine crimineel Miguel terecht (waarna
Miguel wordt doodgestoken), het echtpaar Taiki en Sae (waarna Taiki van een
berg valt), prostituee Miwa en de oude man Yaichi (die op berenjacht wordt
doodgeschoten).
Ja, het is me wat, de figuren die met
de hond in aanraking komen, moeten er telkens aan geloven, maar gaandeweg wordt
duidelijk dat er meer aan de hand is. Overal waar hij komt, kijkt Tamon naar
het zuiden. Het is duidelijk dat hij ergens naar op zoek is, en die
bovennatuurlijke gave staat in schril contrast met het aanmodderen van de
tussenfiguren met wie hij in contact komt. Hij laat ze als het ware iets
magisch beleven, net voor ze finaal en letterlijk de mist ingaan.
De ontmoetingen met de hond Tamon doen
alle tussenfiguren nadenken over hun leven, en bezorgt ze nieuwe inzichten in
hoe ze dat leven een beetje gelukkiger kunnen maken.
Een heel toegankelijke en wondere roman
in een eenvoudige schrijfstijl, voor een ontspannen middag aan het strand.