Fabienne raadde het al: een niewirt = schobbejak, deugniet, nietsnut die een petieloetie = boeman, sloeber, duiveltje, schurk bij zijn schabbernak = kraag, nekvel pakt en hem een koksmete = oorvijg, klets op zijn kaak geeft.
Het volgend dialectisch raadsel: Een meutie = ? springt achter een poetse = ? over de teun = ? omdat de boilde = ? katché = ? is.
Maar enfin... waarom willen ze ons dan doen geloven dat "het Westvlaams" onverstaanbaar is ?
BeantwoordenVerwijderenEen merrie springt achter een koets over de teugels omdat de as kapot is.
Hilde Vdc