Magda Szabo is een boegbeeld van de Hongaarse literatuur. In de jaren 50 leefde ze op gespannen voet met het communistische regime, dat haar zelfs verbood te publiceren. In 1987 brak ze internationaal door met De Deur.
Het boek geeft de haat-liefdeverhouding weer tussen de huishoudster Emerence en de schrijfster voor wie ze werkt. De rollen zijn vanaf het begin eigenlijk omgekeerd, de innerlijk sterke madam Emerence is de baas en de schrijfster aanvaardt haar gezag. Ze is bovendien nogal excentriek, ze bepaalt zelf de hoogte van haar loon, wanneer ze werkt en hoe lang – soms heel laat ’s avonds, soms dagen achter elkaar niet –, nogal ongebruikelijk voor een huishoudster. Het gaat om een gespannen, maar tegelijk heel vitale relatie.
Emerence houdt bijna iedereen in haar leven op een afstand, behalve de hond Viola. Hij is de enige die voorbij de deur uit de titel, in de echte wereld van Emerence mag komen. Uiteindelijk neemt Emerence de schrijfster in vertrouwen.
Tijdens de bespreking van De Deur vonden enkelen dat er te weinig gebeurde in het verhaal en dat het te langdradig was, maar de meerderheid had het boek graag, zelfs zeer graag gelezen. Vooral de langzaam opgebouwde spanning tussen de twee protagonisten werd hogelijk gewaardeerd. Op elke bladzijde werd er wel iets toegevoegd aan de intensiteit van het verhaal. De grillige onvoorspelbaarheid en het excentrieke karakter van Emerence geven er een dramatische toets aan. Kort samengevat: een hoogvlieger, maar niet voor iedereen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten