In Dit
zijn de namen van Tommy Wieringa lopen twee verhalen parallel aan elkaar doorheen
het boek, tot ze halfweg in elkaar haken. In verhaal één is Pontus Beg
politiecommissaris in een stad op haar retour in Oost-Europa. Veel zin in het
leven heeft hij niet meer, behalve als zijn huishoudster af en toe het bed met
hem wil delen. Als hij plots op het
spoor komt van zijn joodse roots, raakt hij daar zo van in de ban dat hij op
zoek gaat naar zijn herkomst en zijn godsdienst.
Verhaal twee handelt over een groep
vluchtelingen die, op zoek naar het beloofde land, op de dool is geraakt in de
eindeloze steppe, en daar dus langer over doet dan gedacht. Ontbering en
onderlinge strijd dunnen de groep uit tot de overblijvers in de stad van Pontus
Beg aankomen. Onderweg hebben ze dan al een soort cultus geschapen rond ‘de
zwarte’, een zondebok die ze hebben verstoten.
Migratie, de zoektocht naar en het ontstaan
van religie zijn de centrale thema’s van dit boek. Pontus Beg gaat op zoek naar
zijn eigen joodse roots. Voor de vluchtelingen ligt een iets vreemdere ervaring
aan de basis van hun geloof.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten