vrijdag 28 februari 2014
donderdag 27 februari 2014
woensdag 26 februari 2014
Mooie woorden (38)
- Ie zit al hiel den dag mee te snik, da ventse. Kpeize dat ie kutsn ee, zei se.
- Ba nienie vramens, jes geweune kurt van oisem.
- Tog zietij der zuu ziek of nen ond uit.
kan eenvoudigweg worden begrepen als:
- Hij heeft al de hele dag de hik, dat ventje. Ik denk dat hij koorts maakt, zei ze.
- Welnee, vrouw, hij is gewoon kortademig.
- Toch ziet hij er zo ziek uit als een hond
De opdracht voor deze week komt uit het plattelandsmilieu:
Me zeen kloufn en zeen toupe an sloegt den bouver de piosse rekewirs in d’irde. Tons scheptegie d’irde en tstiengruis mee ne ruifel in de kurtwogn en voerdeget noir de vuiluup neeviest de messink.
maandag 24 februari 2014
Poëtegem (28)
Bij het afscheid van de zopas overleden Nederlandse dichter
De eenvoud van beuken (Leo Vroman)
Liep ik vijftien meter boven de grond
door de kroon van een beukenwoud
en tastte tussen de twijgen rond
dan denk ik dat ik meer verstond
waarom ik van ze houd.
En kroop ik vijf voet de aarde in
zo traag als hun wortels gaan
dan dronk ik de ware waarde in
van hun aaise groei en staarde in
de poriën van mijn bestaan.
Maar ik zit met mijn gebroekte stramme
hoewel goed bedoelde hammen
op het schijnbaar vriendelijk mos
tussen de schijnbaar gladde stammen
van het schijnbaar simpele bos.
De aarde wordt het best genoten
met onze ogen half gesloten.
De eenvoud van beuken (Leo Vroman)
Liep ik vijftien meter boven de grond
door de kroon van een beukenwoud
en tastte tussen de twijgen rond
dan denk ik dat ik meer verstond
waarom ik van ze houd.
En kroop ik vijf voet de aarde in
zo traag als hun wortels gaan
dan dronk ik de ware waarde in
van hun aaise groei en staarde in
de poriën van mijn bestaan.
Maar ik zit met mijn gebroekte stramme
hoewel goed bedoelde hammen
op het schijnbaar vriendelijk mos
tussen de schijnbaar gladde stammen
van het schijnbaar simpele bos.
De aarde wordt het best genoten
met onze ogen half gesloten.
zaterdag 22 februari 2014
vrijdag 21 februari 2014
Leestips (46)
In Oorlog en terpentijn geeft Stefan Hertmans een stem aan zijn vrome en zeer plichtsbewuste
grootvader, Urbain Martien, die hem op het einde van zijn leven enkele
volgeschreven cahiers gaf met aantekeningen over zijn ervaringen in tijden van
oorlog en vrede. Met verwondering en liefde en ook een portie schuldgevoel reconstrueert
Hertmans dat lange leven op basis van die cahiers. Hij citeert er uitvoerig
uit, maar put eveneens uit eigen herinneringen en speurwerk te velde.
Het boek
valt uiteen in drie delen. Deel een beschrijft de armoedige jeugd van Martien in
het Gent van rond de eeuwwisseling. Al vroeg in zijn jeugd werkt hij in de ijzergieterij,
van zijn vader leert hij het restauratiewerk van devote kerkafbeeldingen, al op
zijn zeventiende trekt hij naar het leger. Als hij in een gelatinefabriek komt
met overal rondslingerende in stukken gehakte dode beesten, krijgen we al een
voorbode van wat hem als soldaat in de loopgraven te wachten staat.
In deel twee
laat de schrijver Urbain Martien zelf aan het woord. Samen met hem zitten we
midden in de oorlog, niet in Syrië of Afghanistan, maar in Schiplaken, Tienen,
Zaventem, aan de IJzer. Het is alsof we de gruwel met eigen ogen zien, zo
aangrijpend en realistisch wordt het allemaal beschreven. Hij duwt je als het
ware met je neus in de modder, je wil je haast bukken als er wordt geschoten. Het
is de hel, de honger, de angst, de dreiging, de absurde waanzin, het leven dat
‘godverdomme primitiever is dan holbewoners’. Dit is veruit het meest prangende
onderdeel van het boek.
Deel drie
beschrijft de naoorlogse jaren, met het moeizame afkicken van de oorlog, de elektroshocks
als therapie voor het trauma dat die achterliet, de ontplooiing van zijn schilderkunst
waarin hij toch een beetje vrede en genezing vond. Het dramatische hoogtepunt wordt
hier gevormd door de vrome maar zeer passionele verliefdheid van Urbain voor
Maria Emelia, die jammerlijk bezwijkt aan de Spaanse griep. Uiteindelijk huwt
hij haar oudere zus Gabrielle, vanuit hetzelfde plichtsbesef als waarmee hij
naar de oorlog trok.
Oorlog en terpentijn toont ons een zeer krachtig en indringend
portret van een leven voor, in en na de Groote Oorlog. Een leven ook waarin de
wereld, en vooral Europa en Vlaanderen een ware metamorfose ondergaan.
Als je een
juweel zoekt in de ongetwijfelde overdaad aan memorabilia van WO I die vanaf dit
jaar t’allen kant zullen opduiken, lees dan dit boek.
donderdag 20 februari 2014
zondag 16 februari 2014
zaterdag 15 februari 2014
Mooie woorden (37)
-
Oe, est ier nie wel genouft
messchiens?
-
Nient, tes ier een trekgoit, tangn
ier kobbenettn en tzit ier vul meuzies.
-
Ja, zollegen uugta, kuist tons
moir ziere ui schuppe af.
- ‘k Ga er vandoor, zei hij. Het lijkt hier
nergens naar.
- Hoezo? Is het hier niet goed genoeg
misschien?
- Nee, het tocht hier, er hangen spinnenwebben
en ‘t zit hier vol muggen.
- Ja, hallo, kuis dan maar vlug je schop af.
In de reeks ‘fijnbesnaarde conversaties’, deze
week:
-
Ie zit al hiel den dag mee te snik,
da ventse. Kpeize dat ie kutsn ee, zei se.
-
Ba nienie vramens, jes geweune
kurt van oisem.
-
Tog zietij der zuu ziek of nen ond
uit.
Abonneren op:
Posts (Atom)