Duitsland in de middeleeuwen. De achttienjarige Goldmund is zonder
zijn moeder opgegroeid en zijn vader dropt hem in het klooster Mariabronn voor
een opleiding tot monnik. Daar raakt hij bevriend met de novice Narziss. Door
diens toedoen ontdekt Goldmund de drang naar vrijheid in zichzelf en ook het
verdrongen beeld van zijn moeder.
Hij zegt het ascetische kloosterleven vaarwel en trekt voor jaren
zwervend door het land, van dorp naar dorp, van vrouw naar vrouw (op zoek naar
de oermoeder) en ontdekt zijn kunstenaarskwaliteiten door bij een beeldhouwer
in de leer te gaan. Maar nog is zijn hang naar avontuur niet gestild en dus
trekt hij weer rusteloos verder. De pest, de gevangenis, een moord, de redding
van een wisse dood, en uiteindelijk ziekte en ouderdom brengen hem terug naar
het klooster en naar zijn oude vriend Narziss.
Het verhaal wordt op smakelijke wijze verteld, maar soms is het wat
uitgesponnen en langdradig. Ook het vrij barokke Duitse proza doet wat oubollig
aan, de taal klinkt af en toe ouderwets. Maar de tegenstelling tussen lichaam
en geest, tussen de onverdroten zinnelijkheid en de pure ascese, die in
bloemrijke zinnen en in de levens van de twee hoofdpersonages uit de doeken wordt
gedaan, spreekt aan. Narziss leeft voor wetenschap, studie en gebed, en leidt
een zeer ingetogen, saai leven. Goldmund is de vrijbuiter, de kunstenaar, de
hippie avant la lettre, de gevoelsmens die zich verliest in hartstocht en in
kunst. Hesse is erin geslaagd die ogenschijnlijke uitersten in een hechte
vriendschap vorm te geven, en dat levert fraaie literatuur op. Niet
verwonderlijk dat dit boek een cultroman was voor de hippies in de jaren 60.
Zelf was ik niet aanwezig op de leesbijeenkomst, maar volgens Luc waren
de lezers die Hesse hebben uitgelezen, positief tot enthousiast, en vonden ze
het verhaal stijlvol, gedreven en rijk aan inhoud.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten