-
Oizek mag kiezn, een poir
schoverdeinn, een toupe en ne sjal.
-
Zuuvele? Wa zoete gij doir
allemolle mee doen?
-
Goin schoitsn ip de vijver achter
tkestiel, tsjen.
-
Kpeize damme zuuveel geld nie en.
-
Wa moek tons doen in de
kestvakanse?
-
Weetewa? Kzal ui ne woirme palto
geevn van ui gruutvoidre. En nog een nijzeke dadde goe kunt slopn.
anders gezegd:
-
Wat zou je graag hebben als
sinterklaascadeau, jongen?
-
Als ik mag kiezen: een paar
schaatsen, een pet en een sjaal.
-
Zoveel? Wat zou jij daar allemaal
mee doen?
-
Gaan schaatsen op de vijver achter
het kasteel, tiens!
-
'k Denk dat we niet zoveel geld hebben.
-
Wat moet ik dan doen tijdens de
kerstvakantie?
-
Weet je wat? 'k Zal je een warme
(over)jas geven van je grootvader. En nog een aai zodat je goed kunt slapen.
In de reeks ‘lijfelijke conversaties’, deze
week:
-
Est doir abij gedoin mee die
lieleke maniern.
-
We doen wulder niets verkierd. We
geevn mallekoir een tote, en doirbij, da zeen gien lieleke maniern.
-
Goitet nog een beetse afstrijen,
jogt?
-
Mee meenn anhouere doekik watakik
wille. Tootn, lekkn, deugnietrije uitsteekn, al dadde wilt, moir gien lieleke
maniern.
-
En mij in affrontn sturtn, ja.
-
Tsarloes, da zijde jong. Tes al
dak ui kan zeggn.
…Kom ier gij, dak
ui no een beeze geeve.
- Is 't daar bijna gedaan met die vuile manieren.
BeantwoordenVerwijderen- We doen niets verkeerds. We geven elkaar een kus. En dan nog, dat zijn geen vuile manieren.
- Ga je 't nog een beetje ontkennen, ja?
- Met mijn vrijer doe ik wat ik wil. Zoenen, likken, kwajongensstreken uithalen, al wat je maar wil, maar geen vuile manieren.
Geert
- En mij voor schut zetten, ja.
- Jaloers, dat ben je! Dat is alles wat ik hierop te zeggen heb.
- Kom hier, jij. Dat ik je nog een zoen geef.