En als
er geen tederheid meer is,
laten
wij de tederheid dan veinzen
met
geblinddoekte handen en geloken ogen,
liggend
aan elkander als een grens.
Een
woord mag dan niet langer een woord heten,
maar
een mondvol troostvol verzwijgen;
en
verlangen niet langer een armslag lang,
maar
verder, weidser dan een vergezicht
vol
zomervogels, muziek van Mendelssohn, een sfumato
aan Da
Vinci ontleend. Jij zult je mooiste medelijden
ruilen
met mijn liefste verdriet; ik, voorzichtig talmen
om het
tanen van je lichaam dieper af te tasten.
O als
er dan nog tederheid is,
laten
wij de tederheid vrezen
als een
zeer oud zeer. Zoveel tederheid,
daar kon
geen mens ooit tegen.Plechtig voorgedragen door Veer
Geen opmerkingen:
Een reactie posten