-
Jois, eur linkerbien stoi een
brokke schief.
-
Vuuder van de reste est tog een
schuun mokske.
-
Spijteg van da mank bien.
-
Zeet nie gemaklijk veur een weegoirde
te vinn.
-
Andersens zoen de ventn rond eur
gat droijen gelijk de vliegn rond ne stront.
Anderszins gezegd:
-
Kijk die sukkel, ze zet haar voet binnenwaarts.
-
Ja, haar linkerbeen staat een
beetje scheef.
-
Voor de rest is het nog een mooi
meisje.
-
Jammer van dat mank been.
-
Ze heeft het niet gemakkelijk om een
vriend te vinden.
-
Anderszins zouden de mannen rond haar
gat draaien zoals de vliegen rond een stront.
In de reeks ‘draaierige conversaties’, deze
week:
-
Wa es da mee ui? Krijgde een
deuzeleeje?
-
Jok, ke een droijinge.
-
Goide van uie sies valln?
-
Kpijzet wel, tes hier zuu doef.
-
Joit, te laf were.
-
Ui uugn begienn te droijen. Weete uien nomme no?
-
Euhh…
dinkske…
- Wat is er met jou? Duizel je?
BeantwoordenVerwijderen- Ja, 'k voel me draaierig.
- Denk je dat je van je stokje valt?
- 'k Denkt het wel. 't Is hier zo bevangen.
- Ja, 't is zwoel weer.
- Je ogen beginnen te draaien. Weet je je naam nog?
- Euh... dinkske
Geert
(PS. De vorige blijkbaar gemist)