Een
heer die de straat afdaalt
een
heer die de straat opklimt
twee
heren die dalen en klimmen
dat
is de ene heer daalt
en
de andere heer klimt
vlak
vóór de winkel van Hinderickx en Winderickx
vlak
vóór de winkel van Hinderickx en Winderickx van de beroemde
hoedemakers
treffen
zij elkaar
de
ene heer neemt zijn hoge hoed in de rechterhand
de
andere heer neemt zijn hoge hoed in de linkerhand
dan
gaan de ene en de andere heer
de
rechtse en de linkse de klimmende en de dalende
de
rechtse die daalt
de
linkse die klimt
dan
gaan beide heren
elk
met zijn hoge hoed zijn eigen hoge hoed zijn bloedeigen hoge hoed
elkaar
voorbij
vlak
vóór de deur
van
de winkel
van
Hinderickx en Winderickx
van
de beroemde hoedemakers
dan
zetten beide heren
de
rechtse en de linkse de klimmende en de dalende
eenmaal
elkaar voorbij
hun
hoge hoeden weer op het hoofd
men
versta mij wel
elk
zet zijn eigen hoed op het eigen hoofd
dat
is hun recht
dat
is het recht van deze beide heren
Geen opmerkingen:
Een reactie posten