Een doodgewoon leven van de Tsjechische auteur Karel Capek werd op deze blog al eens besproken,
en wel als Leestip 152.
Het gaat over een keurige man en zijn erg doodgewone leven. Nadat hij
in deel I dat leven uit de doeken heeft gedaan, blikt hij er in deel II
uitgebreid op terug. En daar komt de kat op de koord. Want zo rechtlijnig,
voorbeeldig en doodgewoon bleek dat leven op het tweede gezicht toch niet te
zijn. Bij nader onderzoek komen er verschillende, ook minder nobele kanten van
zijn persoonlijkheid aan het licht. Zo zijn er de doodgewone en gelukkige
man, de man met de ellebogen die hogerop wil raken, de hypochonder, de dichter,
de romanticus. Allemaal delen van dezelfde persoon, allemaal levens van zijn verschillende
persoonlijkheden als het ware. En naast die deellevens zijn er dan ook nog eens
de ogenschijnlijke of gedachte, maar niet geleefde levens.
Het komt er in feite op neer dat elk mens verschillende aspecten of verschillende
‘ikken’ in zich draagt. Alsof we allemaal een beetje schizofreen zijn. Het zijn
dan vooral de omstandigheden en natuurlijk het toeval die bepalen welke ik op
welk moment de bovenhand haalt.
We schreven al lovend over dit boek, dat over de fictie van ons leven
gaat, over de verschillende kanten van onze persoonlijkheid, die we allemaal
hebben, maar niet altijd graag willen (h)erkennen. Dat is de sterkte van Capek:
heel accuraat weet hij het gewone op een ongewone manier weer te geven.
Leesgegroet herkende zich grotendeels in de wereld van Capek. Het
eerste deel waarin het gewone leven wordt verteld, kon qua stijl en vorm, en ook
inhoudelijk op veel belangstelling en goedkeuring rekenen. Het tweede deel
waarin dieper wordt ingegaan op dat leven, werd door sommigen ervaren als wat
ondoorgrondelijker, wat slepender, soms wat langdradiger. Niettemin is net dat gewetensonderzoek
het boeiendste onderdeel. De wijze waarop Capek zijn protagonist zichzelf onder
de microscoop laat leggen, is schitterend. De wijze waarop hij tot zijn, soms pijnlijke,
bevindingen komt, is ontluisterend. Het is dan ook vooral de eerlijkheid van zijn introspectie die treft.
Toeval en gewoonte spelen een hoofdrol in het leven dat hier wordt beschreven – of liever: de
levens – en, laten we eerlijk zijn, ook in ons leven, en in deze al bij al toch schitterende roman.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten