In De acht bergen neemt Paolo Cognetti ons mee de prachtige Noord-Italiaanse Alpen in, die meteen de hoofdrol krijgen in deze mooie roman.
In een klein dorpje in die bergen komt Pietro met zijn familie elk jaar op vakantie. Daar sluit hij vriendschap met een jongen uit het dorp, Bruno, met wie hij lange tochten in de bergen onderneemt. Met zijn autoritaire vader heeft Pietro dan weer een problematische relatie. Die is niet zo gelukkig met zijn werk in Milaan. Pas als hij de bergen intrekt, ervaart hij een vorm van geluk. Het gaat hem daarbij niet om de schoonheid van het landschap of het genieten van de natuur, neen, een bergtop is een uitdaging en dient om zo snel mogelijk beklommen te worden.
Pietro gaat vaak mee met zijn vader op die eenzame bergtochten, maar als hij daarmee kapt, vervreemden de twee van elkaar. Als de vader later sterft, laat hij Pietro een bouwval in de bergen na. Dat is de aanleiding voor het opnieuw opnemen van de oude vriendschap met Bruno, want die zal het gebouw herstellen.
De acht bergen gaat niet alleen over vriendschap, maar ook over eenzaamheid en introspectie. De auteur legt ons verschillende opties voor. Beklimmen we in de zoektocht naar de eigen ziel - en die van de ander -, de ene na de andere berg of exploreren we vanuit een vaste standplaats? Hollen we onszelf rusteloos achterna, of blijven we trouw aan onze grond? Focussen we op de bestemming, of is het de reis op zich die telt? De bergen als metafoor van onze binnenkant en van de moeite die het kost om ons diepste zelf te ontdekken. Zo ongeveer zouden we die queeste kunnen omschrijven.
Het zijn zowel dit soort vragen, als de fascinerende natuurbeschrijvingen en de reflecties over vriendschap en ouderrelaties die dit boek tot een juweeltje maken. Te lezen dus, en daarna een stevige bergwandeling!
Voor deze roman ontving Cognetti de Premio Strega, een belangrijke Italiaanse prijs.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten