-
Tes affrontelijk oe dase diene
kerjeuzeneuze ip zeen pird krijgt.
-
Het es persies een koersepird da moe
kasslen.
-
Da peisde gij, het es een pirsgat,
jongne.
-
Een pirsgat, een pirsgat, dat komd
alliene moir veurn bij de koejn.
-
Ha ja, bij de pirn est een
pirdewachterke.
-
Of een pirdezogge. Da kan uuk.
werd met vereende krachten vertaald
tot:
-
Wat een naäper is me dat.
-
't Is schaamtelijk hoe ze die
nieuwsgierigaard op de kast jaagt.
-
't Is net een renpaard dat moet baren.
-
Dat denk jij. 't Is een dikbil, jongen.
-
Een dikbil, een dikbil, dat komt enkel
voor bij de koeien.
-
A ja, bij de paarden is het een
kwikstaartje.
-
Of een paardezaag (=zeurkous). Dat kan ook.
In de reeks “bewarende maatregelen”
deze week:
·
Twas gisteren meiskiessluiterkiesdag.
·
Da kennek nie.
·
Awel, tons sluiten de mannekies de
meiskies ip en vrogn ze een sneukeldereije veur dan ze ur were losloiten.
·
En edde iemand ipgeslootn?
·
Meen zustre. Moir zen oi gien spekke en
kezze moetn loite zittn.
·
Oe lange?
·
Tot tsovies. Achter een ure zat ze ip
ur hukske te piesn ip de plankier.
·
Amoir da schop. Es dad uuk omgekierd?
·
Joit. Dad es vandogge.
·
Aha. Woir es ui zustre?
- 't Was gisteren "meisjes-opsluit-dag"
BeantwoordenVerwijderen- Dat ken ik niet.
- Wel, dan sluiten de jongens de meisjes op en vragen dan een snoepje vooraleer ze ze weer vrijlaten.
- En heb je iemand opgesloten?
- Mijn zuster. Maar ze had geen snoep en ik heb ze moeten laten zitten.
- Hoe lang?
- Tot 's avonds. Na een uur zat ze gehurkt te plassen op het terras.
- Dat arme schaap! Bestaat dat ook omgekeerd?
- Ja. Dat is vandaag.
- Aha. Waar is je zuster?
Geert