Frequenteren:
omgaan, bezoeken, verkeren, bijwonen
De faam die hij had verworven met zijn bedenkelijke poëzie, bood hem toch de gelegenheid de rijkgevulde tafels van de adel te frequenteren. Met hoge kunst moet je dus niet aankomen bij dat bekakte volkje, met lef des te meer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten