De
ziel in het bloed Ana Paula Maia
Edgar Wilson werkt als verdover in een slachterij. Het werk dat hij doet, namelijk dieren doden aan de lopende band, vindt hij slecht, maar hij heeft een goed hart, en daardoor bespaart hij de dieren veel leed. Hij kijkt ze in de ogen en legt zijn hand op hun voorhoofd om ze rustig te maken, waarna hij ze met een klop van de hamer bewusteloos slaat. Als een collega met een minder goed hart hem op een dag vervangt en nogal beestachtig tekeer gaat, neemt hij eenvoudigweg wraak op hem in naam van de mishandelde dieren - net als het doden van dieren, wordt ook het doden van een mens in die rauwe wereld banaal. Als studenten tijdens een rondleiding hem vragen of hij zichzelf als een moordenaar ziet, antwoordt hij onomwonden ja.
Op een nacht ramt een koe de afrastering en rent dan pardoes tegen de slachthuismuur. Later volgen er nog meer koeien die zich te pletter storten in een ravijn. Een soort van collectieve koeienzelfmoord dus door dieren die op deze manier iets ‘menselijks’ krijgen.
De auteur beschrijft het doen en laten in het abattoir rechttoe-rechtaan. Ze neemt de harde wereld van de vleesindustrie meedogenloos in het vizier. Het ruige mansvolk doet zijn job, en wij eten het vlees op. Niemand gaat vrijuit, iedere vleeseter heeft bloed aan de handen.
Dit beenharde, maar steengoede boek is zo realistisch dat het naar de keel grijpt. Het bewandelt bovendien een dunne grens tussen wat dierlijk en wat menselijk is. En wie weet is het een trigger om vlees af te zweren.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten