Kader
Abdollah is een rasverteller en in Het gordijn bewijst hij dat weer eens overduidelijk als hij het heeft over zijn oude en dementerende moeder die hij nog een laatste keer wil ontmoeten. Wetende dat hij als politiek vluchteling in Nederland woont en zij in het gesloten Iran, is dat geen sinecure. Daarom spreken ze af, samen met zijn zus die haar moeder vergezelt, in Dubai, een plek waar ze allen vrij naartoe kunnen reizen.
Door haar dementie leeft moeder Abdollah in drie werelden: in het huis van haar zoon te Amsterdam waar ze lang geleden op bezoek was, op bedevaart naar Mekka, en in het hier en nu in Dubai. Voor de schrijver zelf is de ontmoeting eveneens in drie lagen opgedeeld: het cultuurloze Dubai dat hij als een fake stad bekijkt, zijn moeder met haar hersenschimmen, en het boek dat zich in zijn hoofd begint te ontwikkelen.
De pogingen van de auteur om contact te maken met zijn moeder zijn aandoenlijk, want vaak staat haar fantasiewereld in de weg. Niettemin weet hij tot haar door te dringen door mee te gaan in haar verbeelding, vooral ook omdat hij als kind naar haar verhalen luisterde vanachter een gordijn dat de woonkamer van de berging scheidde. Nu verdwijnt ze steeds vaker achter het figuurlijke gordijn van haar ziekte.
Het gordijn is een erg persoonlijk en ontroerend verhaal over een ontmoeting tussen moeder en zoon, over het contact dat ze in realiteit en in fantasie met elkaar maken. Het is tegelijk een afscheid van en een ode aan zijn moeder, wier dementie hij niet al te zwaarmoedig bekijkt, maar met mededogen en een zekere lichtheid door die te beschouwen als een raadselachtige realiteit in de laatste fase van het leven.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten