jouw fiets: de fiets van jou
[jouw is een bezittelijk voornaamwoord, jou
is een persoonlijk voornaamwoord]
Een der meest voorkomende fouten in het Nederlands
Ik heb jou jouw fiets zien parkeren.
(en als dit te moeilijk is om te onthouden, maak je
er gewoon dit van: ik heb je je fiets zien parkeren.)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten