betamelijk: welvoeglijk,
gepast, billijk, fatsoenlijk, zedig, eerbaar, netjes, ordentelijk,
welgemanierd, beleefd enzovoort
Hoe kun je een jonge freule betamelijk
zoenen, in twee of in drie keer al naargelang, als ze haar gezicht al na de
eerste voorzichtige aanraking van wang tegen wang afwendt en resoluut het
hazenpad kiest?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten