woensdag 6 mei 2020

Oude woorden (103)


bezoedelen: vies maken, te schande maken, bevuilen, bevlekken, bekladden, verontreinigen, besmeuren

Doordat de man seksueel getinte opmerkingen maakte over haar vriendin, voelde dat voor  haar alsof die vriendschap bezoedeld werd. Een heel onprettige gewaarwording!


Bijdrage door Veer

Geen opmerkingen:

Een reactie posten