De leesclub van Renate Dorrestein is een eerbetoon aan het fenomeen leesclub, aan de lezende middelbare vrouw en aan de literatuur in het algemeen. Ze schreef het boek zonder veel aandacht voor plot of moraal en eigenlijk gewoon voor de lol. En dat is er duidelijk aan te merken.
Een groepje leesvriendinnen maakt een literaire cruise in de Schotse wateren onder leiding van hun favoriete auteur Gideon de Wit, die hen op zijn krakkemikkige boot zal vergasten op enkele lezingen. De bootavonturen lopen echter danig uit de hand en als ze al snel schipbreuk lijden, komen ze zowaar terecht op een onbewoond eiland, samen met enige flessen Famous Grouse en een campingvuurtje om op te koken. Het been van Gideon de Wit blijkt aangetast door gangreen en moet worden afgezet. Bovendien gaat door een blikseminslag de schuilhut waarin ze hem hebben gelegd, in vlammen op, met schrijver en al.
De zeven ‘middelbare mutsen’ geven in de vorm van een verhoor door de onderzoeksrechter hun bijwijlen zeer amusante, maar evenzeer verfrissende kijk op de zaak. Het wordt allemaal zeer komisch beschreven, en het leest erg makkelijk weg. Dorrestein drijft de spot met het schrijversgild, met uitgevers, met de lezer zelf, maar evengoed doet ze aan zelfrelativering.
Zelf een leesclub zijnde, herkennen we ons niet meteen in deze onverkwikkelijke geschiedenis, maar toch wel enigszins in het plezier dat de dames samen beleven.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten