De vertelster van De wand wordt plots op mysterieuze wijze afgescheiden van de wereld achter een glazen wand. Tijdens een weekend in een jachthuis verrees die plots uit het niets en er was geen doorkomen meer aan. Achter de wand is iedereen dood, behalve de natuur. In haar kleine, eenzame wereld is ze plots aangewezen op zichzelf, en op haar hond, koe en kat. De manier waarop de vrouw een nieuwe en gelijkwaardige verbinding zoekt met haar dieren en de natuur, is indringend beschreven. De dieren geven een nieuwe zin aan haar bestaan.
Langzaamaan aanvaardt ze dat ze de enige overlevende mens is. Maar er is een voortdurende dreiging. Hoe gaat ze zich redden, waar vindt ze voldoende eten voor haar dieren en zichzelf, en is ze echt wel alleen onder haar stolp? En natuurlijk, waar komt die wand vandaan, wie heeft hem daar neergepoot?
Deze erg originele roman gaat over de sterkte van een vrouw in haar omgang met de aarde, de natuur en de eenzaamheid. Geen uitblinker tout court, wel lezenswaardig en vlot leesbaar.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten