Een steelse blik is haar begin
een bliksemschicht van hart naar hoofd,
de reactoren van het menselijk geluk.
Ze tuit je lippen tot een kus, legt je lus
van armen om een hals, wang aan wang
je wrijft en later, lager kruis aan kruis.
Als ze blijft, de liefde die je bliefde
wat broedt ze uit? Ze aait, ze paait,
ze likt, verstikt, ze vergt, ze tergt.
Ze paart, ze baart, ze sticht, verplicht.
De Liefde, O, De Liefde! Ze zweert en
deert, ze levert tranen van noodlottigheid.
Soms haat je haar omdat ze dingen met je doet
die je weliswaar niet wilt maar die je niet kunt
laten omdat zij het liefste wat er is, De Liefde is.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten