Als je Het
Voorseizoen van David Pefko
begint te lezen, heb je het gevoel dat je de zoveelste politiedetective in
handen hebt, met de zoveelste clichérechercheur – kaal, dikbuikig, gescheiden,
drinkt, slikt pillen en bekijkt porno op internet – die ondanks of dank zij een
erg mistroostig leven op het eind van het verhaal de boeven vangt. Niets is
minder waar.
Steve Mellors is politierechercheur in
Leicester en behandelt er simpelweg aangiften. Via zijn dagelijkse bezigheid –
porno kijken en erotisch chatten – komt hij in contact met Anca, een Roemeens
hoertje, op wie hij ook nog eens verliefd wordt. Hij probeert haar uit handen
van de politie te houden en wendt tijdens een inval in haar werkpand zelfs een
hartaanval voor om dat te bewerkstelligen.
Nu Anca geen verblijfplaats meer heeft, trekt
ze bij Mellors in. Hij vertelt haar echter niet dat hij rechercheur is, maar
taxichauffeur. Zo rolt hij van de ene leugen in de andere en komt zijn leven in
een bergafwaartse stroomversnelling terecht, die hij niet meer kan ombuigen. Om
problemen te vermijden stuurt de advocaat van Anca hem naar het Griekse eiland
Kos, waar het voorseizoen van de titel aan de gang is. Maar ook op dat
exotische eiland kan hij zijn tragische lot niet ontlopen.
Mondjesmaat bouwt Pefko de spanning op, hij
neemt de tijd om zijn personages aan te kleden. Toch gaat de meeste aandacht
naar Steve, de wat sullige politieman, die zich in de onmogelijkste bochten
wringt om het goede te doen, maar daar niet te best in slaagt. Dat maakt hem kwetsbaar,
haast weerloos, en dus menselijk.
Deze terechte winnaar van de Gouden Boekenuil
2012 is voorwaar niet de dertiende politieroman in een rij van twaalf.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten