We zijn water van Carmien
Michels voert zeven niet-alledaagse personages ten tonele: Elena fantaseert
over haar buurvrouw maar wil misschien ook wel een man, de oude Fabrizio heeft
een verrassende ontmoeting met zijn kleindochter, Maddy heeft haar man vermoord
en sprak sindsdien geen woord meer, Clara ligt in de knoop met de liefde, Max vlucht
via zijn navel in zijn eigen wereldje, Joseeke baat een café uit en staat niet
al te gelukkig in het leven en Rolf bouwt een ark van Noach tegen een nakende
zondvloed.
In korte
hoofdstukjes komen ze afwisselend aan bod en leren we hen mondjesmaat kennen. Wat
ze doen, hoe ze denken, wat ze voelen. Hoe hun levens elkaar kruisen of
rakelings passeren. Allemaal zijn ze op zoek, naar wat weten ze niet altijd
goed. Sue krijgt zelf geen hoofdstukken, maar is als achtste zowat het belangrijkste
personage. Ze is de lijm tussen de anderen.
Stilistisch staat
deze debuutroman stevig in zijn schoenen, met korte, trefzekere zinnen die meestal niet
langer zijn dan tien woorden. Daardoor leest het verhaal als een sneltrein,
waarin je je van de ene naar de andere wagon begeeft om er telkens een ander personage
te ontmoeten. Maar veeleer dan diep in hun wondere (gedachten)wereld binnen te
dringen, schamp je erop af. “Je weet niet wat de mensen denken”, zegt Max
ergens halverwege.
We zijn water is een sterk debuut, met rake typeringen, een jeugdige touch en een scheut mysterie om de nieuwsgierigheid blijvend te prikkelen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten