Vissen voor de keizer
Didier Decoin
Rond het jaar 1000 heeft Japan een
keizer van vijftien jaar oud, evenals een berg rituelen, tradities en regels.
Een zo’n traditie is dat de vijver van die keizer elk jaar gevuld wordt met de
mooiste karpers van het land. Dat deed Katsuro uit het dorp Shimae, maar nu die
is gestorven, rust de zware taak op de schouders van zijn weduwe Miyuki.
Met overgave en veel liefde voor haar
overleden man gaat ze op stap om acht karpers in rieten manden aan een juk over
haar schouders een paar honderd kilometer ver naar de Dienst Tuinen en Vijvers
van het hof te brengen. Het minste dat je daarover kunt zeggen, is dat dit geen
makkelijke klus is, over berg en dal, door weer en wind en dwars door dichte
bamboebossen. Onderweg wordt ze ook nog bestolen van zes vissen, maar na een
kort werkverblijf in een huis van lichte zeden, kan ze nieuwe vissen kopen om
mee naar de keizer te trekken.
In deze oude Japanse geschiedenis vol
cultuur, traditie en mythologie, gaat de wereld van Miyuki open als ze zelf het
land doorkruist met haar vissen, nadat ze als vrouw niet al te veel in de pap
van het openbare leven te brokken had. Het zijn tenslotte ook in Japan
Middeleeuwen.
Het verhaal wordt in geuren en kleuren
verteld, en dat valt hier letterlijk te nemen. We krijgen een hele
geschiedenisles over flora en fauna, eetgewoonten, goden, kleding,
hoofddeksels, wapens, rituelen en zelfs een heuse geurwedstrijd, waaraan Miyuki
zelf deelneemt.
Bij Leesgegroet waren de meningen
duidelijk verdeeld. Terwijl de een vol lof was over de prachtige, poëtische
volzinnen van Decoin, waren die voor de ander al eens overdadig en bijwijlen
zelfs overbodig. Deze roman geeft een beeld van het oude, keizerlijke Japan met
zijn middeleeuwse tradities en gebruiken, gewoontes en protocollen, wat
natuurlijk heel ver van ons bed staat. Het kan dus al eens taai worden om daar
overal doorheen te bijten.
Vissen naar de keizer brengen - die hij
misschien niet eens te zien krijgt -, is qua plot niet erg dik, maar dat
onderwerp is natuurlijk maar een aanzet tot een wereldlijke en spirituele
initiatie van een vrouw die ondanks de tijdgeest en haar verleden onverwacht
sterk uit de hoek komt. Ook in de liefde voor haar overleden man komt ze
taboedoorbrekend en somtijds gedurfd uit de erotische hoek, wat Leesgegroet
levendig kon appreciëren. Al vond menigeen tegelijk dat het wat aan spanning,
schwung en spankracht ontbrak.
Dat het een Fransman is die zo’n missie
onderneemt, is uiterst verbazingwekkend, maar Didier Decoin heeft dan ook
twaalf jaar lang onderzoek gedaan naar de oude Japanse geschiedenis. En dat is
op haast elke bladzijde te merken. Niettemin blijft deze Vissen voor de
Keizer een dubbeltje op z’n kant dat, afhankelijk van de Leesgegroetlezer,
verschillende kanten uit kan rollen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten