Het ging slecht met hen, met de mensen. Ze
bewerkstelligden zelf hun lot en geloofden dat het van God kwam. Ze zaten in
tradities gevangen, hun hart hing aan duizend draden en hun handen sponnen die
draden zelf. Op alle wegen van hun leven stonden de verbodsborden van hun God,
hun politie, hun koningen, hun stand. Hier mochten ze niet verder gaan, daar
niet blijven. En nadat ze zo enkele tientallen jaren hadden gesparteld en
gedoold en gewanhoopt, stierven ze in hun bed en lieten hun misère na aan hun kroost.
(Joseph Roth, Hotel Savoy)
Voorgelezen door Ruth
Geen opmerkingen:
Een reactie posten