vrijdag 26 januari 2018

Mooie woorden (103)



-          Ierze ventse, pakt ui een speekloisiekoukske.

-          Mersie nonkle, es da veur meen niejoir?

-          Joit, manneke. En no wa sentjies uuk. Steeket ziere an den iene kant.

-          Dreientsjestig frank, est al nonkle?

-          A gij klein buk, zijde no nie kontent uuk?

-          Nienek nonkle, doir kanek nie vele mee kuupn.

-          Akkerdzjie, ge zoet mij beeter een zollig en gelukkig niejoir wensn, ploitse van al meen geld af te luizn. Of es daduuk al te vele gevrogd?

-          Nient, nonkle, oizek tons nog wa krijge.

-          Iere, pakt een zwelgske limenadde.

na een korte afwezigheid pikt ons aller Geert weer de draad van de feilloze vertaling van de mooie woorden op (waarvoor dank):

-          Hier jongen, neem een speculaaskoekje
-          Bedankt oom. Is dat voor mijn nieuwjaar?
-          Ja, jongen. En nog wat centjes ook. Stop het snel opzij.
-          63 frank. Is dat alles, oom?
-          Jij klein opdondertje. Ben je dan nog niet tevreden ook?
-          Nee oom. Daar kan ik niet veel mee kopen.
-          Verdorie, je zou mij beter een zalig en gelukkig nieuwjaar wensen in plaats van me al mijn geld af te troggelen. Of is dat ook al te veel gevraagd?
-          Nee oom, als ik dan nog wat extra krijg.
-          Hier, neem een slokje limonade.

In de reeks ‘Petegemse rondleidingen’, deze week:

-          Vandogge zeme ip Tuivie en we stoin ier altuupetegoire veur de tribune.

-          Amoirseg, zes hiel verreneweerd.

-          Spijtig genouft wel, moir vroegre was die gruute tribune een akomodoisie veur tvolk, gelijk nen grieksen teoiter van in den ouen tijd.

-          Noir wa keekn ze tons?

-          Noir de pirdekoersen. Die zeen achter den iesten oorlog gesticht deur den baron van Petegem. Iedre zomer in ogustus wast ier gruute fieste veur hiel de parochie en tuugtepunt was de pirdekoerse.

-          Doir stoit er nog een kot. Wad es da?

-          Da was de kleine tribune. Vanboovn wast er nen uitkijkpost veur de zurie en vanondre kossn de zokeets ulder omklien.

-          En woir stondn de mensn die kwamn kijkn noir de koersen?

-          De geweune mensn stondn ier overal rond ip tges, en trijk volk zot ip de gruute tribune.

-          Twas te pijzn, der es no nie veele veranderd.

1 opmerking:

  1. - Vandaag zijn we op Huyweide (Muurstraat+Meersstraat) en we staan hier allemaal samen voor de tribune
    - Lieve hemel! Ze is helemaal vervallen.
    - Jammer genoeg wel. Maar vroeger was die tribune een voorziening voor het volk, zoals een Grieks theater in vroegere tijden.
    - Waarnaar keken ze dan wel?
    - Naar de paardenrennen. Die zijn na de eerste wereldoorlog gesticht door de baron van Petegem. Elke zomer in augustus was het hier groot feest voor het hele dorp en het hoogtepunt waren de paardenrennen.
    - Daar staat nog een gebouw. Wat is dat?
    - Dat was de kleine tribune. Bovenaan was er een uitkijkpost voor de jury en onderaan konden de ruiters/jockeys zich omkleden
    - En waar stonden de mensen die naar de paardenrennen kwamen kijken?
    - De gewone mensen stonden hier overal rond op het gras en de rijken zaten op de grote tribune
    - Dat dacht ik al. Er is nog niet veel veranderd.

    Geert

    PS. Ach, jeugdherinneringen! :-) (waarvoor eveneens dank)
    Ik heb nog als kind op de grote en kleine tribune gespeeld (en er vanaf gesprongen).
    En van die paardenrennen heb ik nog horen vertellen door mijn meter.
    Dat was het hoogtepunt in de verkoop van de café op de hoek van de Muur- en Meersstraat.

    BeantwoordenVerwijderen