woensdag 23 januari 2019

Oude woorden (67)


Faliekant: volslagen, volledig, geheel, totaal

Hij was faliekant tegen de opwarming van het klimaat, maar voor hij daartegen ging betogen in Brussel, reed hij ‘s ochtends met zijn dieselwagen 500 meter ver om koeken naar de bakker.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten