dinsdag 2 juni 2020

Moeilijke woorden (53)


quasinonchalant: casual, schijnbaar nonchalant

[ziet er niet uit, maar toch alles in een woord]

Toen er twee knappe jongedames in de tribune verschenen, sloeg de tennisser de bal quasinonchalant door zijn benen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten