woensdag 27 januari 2021

Poëtegem (216)

Kleine nocturne (J.C. van Schagen)

 


De zwarte zwalen kwamen halen

De rilde zwemen van het ven.

Nog vóór haar lage walen vralen,

Verzonk de zimze in het gren.


De rolde bunting zong zijn rode,

De maan bepeinsde zwemerwen,

Doch gondervoorde stond de Dode

En grijnsde streft het kenstergen.


Sinds groven rosterkant venonen

De zimsterweme tendelit,

Alleen die achter zesver wonen,

Die weten nog van zwanenwit.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten