woensdag 14 april 2021

Poëtegem (224)

Geluk (Mark Boog)



Het geluk is overkomelijk. Men plaatst het

in een vitrine en gaat aan het werk.

Wie ernaar vraagt krijgt het te zien,

onder weloverwogen commentaar.


Het is gebruikelijk om ’s avonds

achterover te zitten en het geluk,

zoals dat beschaafd verlicht

tentoongesteld staat, te beschouwen.

Men stoot de deelgenoot erover aan.

Die knikt of zegt heel zachtjes: ‘Ja.’


In hoeverre het geluk ons bepaalt

is nauwelijks een vraag: totaal. Wij zijn niets

dan ons geluk, en het geluk is waar wij zijn.


Slechts tijdens het afnemen van de glasplaat

slaan wij soms de ogen neer. De vochtige

doek hangt slap in onze handen. Zo mooi.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten