zondag 26 januari 2020

23 januari 2020


Als je Hars van Ane Riel begint te lezen, is het moeilijk stoppen. In het Engels heet zo’n boek mooi een pageturner, of een unputdownable, en dat is hier zeer zeker het geval. Een bladzijdraaier of een onneerlegbare dus.
De zesjarige Liv woont met haar ouders Maria en Jens afgezonderd op een schiereiland. Ze komen aan de kost met wat timmerwerk en kerstbomenverkoop. Als jongeling zag Jens zijn vader neergebliksemd worden en zijn broer Mogens het ouderlijk huis verlaten. Twee gebeurtenissen die er bij hem inhakten en een nefaste invloed hebben op zijn volwassen leven.
Na een ongeluk van Liv’s tweelingbroertje Carl en haar doodgeboren zusje gaat het leven van het jonge gezin steil bergaf. Moeder Maria begint te eten en te vreten en wordt zo dik dat ze haar bed niet meer uitgeraakt, vader Jens stapelt zijn huis vol met rommel, afval en spullen die hij ‘s nachts ontvreemdt uit onbewaakte tuinen, schuren en woonhuizen.
Uit schrik om zijn dochter Liv, die de schoolleeftijd heeft bereikt, te verliezen, laat hij de politie geloven dat ze verdronken is, maar hij verstopt haar in een afvalcontainer op zijn erf, dat hij dan met verbodsborden, slagbomen, wolfsklemmen en valstrikken beveiligt. Zijn huis wordt een vuilnisbelt, zijn liefde voor Liv is ontzettend groot maar wordt obsessief, zijn leven ontspoort, en het verleden probeert hij te conserveren in hars, net zoals hij een barnsteentje met een miljoenen jaren oude mier erin bewaart.
Het is prachtig, zelfs ontroerend, om die doodenge, gestoorde wereld te bekijken door de ogen van de zesjarige Liv, want zij ziet, net als haar vader, geen chaos in al die troep, maar een onverbrekelijke eenheid, en ze beschouwt haar leven in het ontspoorde gezin dan ook als volstrekt normaal. Zo leert ze dat stelen niet echt stelen is maar beter gebruiken, dat als je ‘s nachts dieren doodt ze geen pijn voelen. Ze kijkt op naar haar vader en is erg aan hem gehecht, wat op die leeftijd natuurlijk niet verwondert. Je gunt haar een goed leven bij haar ouders, want die bedoelen het niet slecht, maar tegelijk wil je haar laten ontsnappen uit die ellendige situatie.

Het proza van Ane Riel zit vol humor en is zeer beeldend, ze danst als het ware door alle rommel heen en weet het macabere zo mooi in te pakken dat je vergeet dat de situatie huiveringwekkend is en afglijdt van min of meer normaal naar extreem en uiteindelijk naar de totale waanzin. Ze weet er bij de lezer zelfs sympathie mee op te wekken voor deze zonderlinge familie.
Een beklijvend, ontroerend boek, was het geheel unanieme oordeel van Leesgegroet. Macaber bij momenten, maar o zo innemend en meeslepend. Maar om daar nu het label ‘thriller’ op te plakken, nee, dat past niet echt. Er gebeuren wel ongelukken en moorden en zo, maar het is geen whodunit of spannend misdaadverhaal vol actie en gevaar. Het is tragisch, bizar, verontrustend, maar vooral krachtig en hoogst origineel. Samengevat: een leesgenot voor Leesgegroet.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten