woensdag 5 juni 2024

Poëtegem (284)

Avond (Willem Kloos)

Nauw zichtbaar wiegen op een lichten zucht
De witte bloesems in de scheemring — ziet,
Hoe langs mijn venster nog, met ras gerucht,
Een enkele al te late vogel vliedt.

En ver, daar ginds, die zachtgekleurde lucht
Als perlemoer, waar ied’re tint vervliet
In teerheid... Rust — o, wondervreemd genucht!
Want alles is bij dag zo innig niet.

Alle geluid dat nog van verre sprak,
Verstierf – de wind, de wolken, alles gaat
Al zachter en zachter – alles wordt zo stil ...

En ik weet niet, hoe thans dit hart, zo zwak,
Dat al zo moe is, altijd luider slaat,
Altijd maar luider, en niet rusten wil.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten